Running-therapie: loop de stress uit je lijf
Beweging, natuur en adem. Die drie onderdelen maken ‘running-therapie’ een succes. Psycholoog en therapeut Lisette van Kesteren vertelt hoe de conditie van lijf én hoofd verbetert door te rennen. En nee, het is niet de bedoeling om keihard te gaan.
‘Hardlopen’ in de natuur helpt bij het verminderen van somberheid, lusteloosheid, stress of ander psychische klachten. Deze therapie zet het lichaam aan het werk, en daardoor krijgt het overbelaste brein rust. “Running-therapie bestaat uit een aantal sessies waarin je met een therapeut de natuur ingaat om hard te lopen”, zegt specialist Lisette van The Mental Move. “De meeste therapeuten kiezen ervoor om samen met de cliënt zwijgend te bewegen en alleen tijdens de pauzes gesprekken te voeren. Maar soms is het juist fijn om te praten tijdens het lopen. Dan kun je beginnen over dingen die je op dat moment om je heen ziet. Vaak vind je daar inspiratie.”
Running Therapie: een blij brein
“Bewegen maakt gelukkig”, stelt Lisette. “Het klinkt simpel, maar de wetenschap toont het aan. Bij matig-intensief bewegen, maakt het brein bepaalde stofjes aan die je blij maken. Dat gebeurt al binnen 45 minuten. Het stressgevoel in het hoofd en de spanning in het lijf nemen af. Ook lukt het beter om de zorgen opzij te zetten, al is het maar heel even.”
Uit je hoofd, in je lijf
Waarom werkt dat zo? “Je bent vooral bezig met het bewegen: je komt ‘uit je hoofd, in je lijf’, zeg ik dan. Zo krijg je meer ruimte voor positieve gedachten, zelfvertrouwen en motivatie. Daarom gebruik ik hardlopen graag als manier om psychische klachten aan te pakken. Stress wordt minder als je bewegen combineert met praten over je zorgen. Een fijne bonus: als je regelmatig beweegt, blijf je fitter, krijg je meer energie en slaap je ook beter!” Moet je ervaring hebben met hardlopen? “Nee hoor. ‘Hard’ betekent trouwens voor iedereen iets anders. Ik heb cliënten die totaal niet sportief zijn of zelfs futloos, bijvoorbeeld door een burn-out. Daar ga ik echt niet meteen mee draven. We bouwen het rustig op, iedereen stapt in op z’n eigen tempo. Soms komt het helemaal niet tot rennen, maar blijft het bij flink doorwandelen. En dat is prima. Het gaat er vooral om dat het lijf op een gezonde manier in beweging komt. Dus je hoeft geen getrainde renner te zijn. Niet voor niets heb ik een groep die ‘Easy Jogging’ heet.
Ander contact, makkelijkere communicatie
Het contact tussen mensen loopt anders tijdens het sporten. “Laatst ging ik rennen met een jongen met autisme. Normaal gezien vindt hij gesprekken lastig, ook omdat hij niet graag mensen aankijkt. Dat probleem heb je bij rennen niet: je loopt naast elkaar. Zo ontstaat er een ander contact en een makkelijkere communicatie. Je communiceert ook via bewegingen, blikken en gebaren. Niet alles hoeft met woorden. Park, bos, natuurgebied Een andere omgeving helpt bij het vinden van een andere blik op problemen, zegt Lisette. “Ik kies heel bewust voor een natuurlijke omgeving. Het RIVM onderzocht welke invloed de natuur heeft op mensen. ‘Groen’ draagt bij aan een betere gezondheid, snellere leerprocessen en zin om te bewegen. Ik hou van de buitenlucht, omdat daar veel te zien is. Parken zijn fijn, maar bossen of natuurgebieden werken nog beter. Je ziet takken, stenen, bladeren, kronkelpaden. Die helpen, omdat je de omgeving kunt gebruiken in je gesprek over de cliënt z’n situatie. Praten over emoties wordt dan makkelijker.”
Boomstronk als inspiratie
Lisette geeft twee voorbeelden: “Laatst liep ik met iemand wiens kind is overleden. Ik help haar met het rouwproces. Tijdens onze sessie zagen we een paar boomstronken uit het water steken. Op een bepaald moment zei ze: ‘Ik voel me net als die boomstronk, ik hou nét m’n hoofd boven water’. Zo’n uitspraak geeft veel mogelijkheden voor een gesprek over de heftige emoties die er spelen. Soms laat ik mensen tijdens een rustmoment bij een kiezelpad ook een steen uitkiezen die bij hun gevoel past. Een man die in een burn-out zit, antwoordde laatst dat er geen énkele steen groot genoeg is voor de stress die hij voelt. Da’s een mooie ingang om over door te praten.”
Ritme van ademhalen
Adem in, adem uit. Ademhaling ziet Lisette als een belangrijk onderdeel van de running-therapie. “Zes tot acht keer per minuut ademhalen is een gezond ritme, in rust. Veel mensen ademen in rust wel ruim twintig keer per minuut! Als je te snel en te oppervlakkig ademt, kan dat leiden tot stress, paniek of hyperventilatie. Zodra je rustig gaat hardlopen, brengt je lichaam de ademhaling naar een gezond tempo. Met een aantal oefeningen leer ik je beter en bewuster ademen: meer vanuit je buik en ribbenkast, minder hoog vanuit je borst. Een tip is sowieso dat je uitademing veel langer moet zijn dan je inademing. Als je daarmee een goede afwisseling en een kalm tempo weet te vinden, beweeg je veel fijner.”