Granen zijn er in diverse maten, kleuren, geuren en smaken. Tarwe is de bekendste variant, maar ook rijst is een graansoort. Net als rogge, haver, sorghum en mais. En gerst. Naast lekker, is gerst ook nog eens heel gezond.
Gerst is een krachtige graansoort. De smaak is vol, nootachtig. Het duurt even voordat je gerst rechtstreeks uit de verpakking beetgaar hebt gekookt, maar ach, die paar minuten extra… Het goedje laat zich niet snel kapotkoken en is op je bord dan ook bijna steevast een aangename rots in de branding. Combinaties met verse tomaatjes, kruidige worst, blauwe kaas, sardientjes of wat voor uitgesproken ingrediënten dan ook: heerlijk.
Naast lekker, is gerst ook nog eens heel gezond. Gerst eet je namelijk bijna altijd onbehandeld, zodat kaf niet van koren is gescheiden en er geen voedingsstoffen verloren zijn gegaan. Gerst is dus een volkoren graan en bevat veel vezels. Deze vezels hebben verschillende positieve effecten op je lichaam. Zo zorgen ze ervoor dat de andere dingen die je hebt gegeten effectiever worden opgenomen in je lichaam.
Daarnaast bevat gerst vitamine B3: deze vitamine helpt vrije radicalen elimineren, waardoor er minder cholesterolafzettingen aan de wanden van bloedvaten blijft plakken. Met andere woorden leidt dit tot minder aderverkalking. Naast vezels en vitamine B3 bevat gerst vele (andere) vitaminen en mineralen, zoals vitamine A en D, seleen, koper en magnesium. Verder is gerst, nog meer dan havermout, in staat om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden, zodat er niet te veel insuline nodig is.
In het Italiaans heet gerst orzo. Let op: je hebt daar in Italië – en in veel winkels in de Lage Landen – ook een pastasoort die orzo heet, in de vorm van gerstekorrels: een vorm van snelle, aanzienlijk minder goede koolhydraten. Weet wat je eet!
