
Hoe buiten je gezonder en blijer maakt
Buiten in de natuur zijn is goed voor je. Toch lijken we nog niet zoveel tijd buiten door te brengen als goed voor ons zou zijn en als we eigenlijk zouden willen. Hoe komt dit?

Nederlanders willen vaker naar buiten dan ze doen
Zo deden Bever en Staatsbosbeheer en Wageningen Universiteit enkele jaren geleden onderzoek naar hoe graag en vaak de gemiddelde Nederlander naar buiten ging. Wat daarin voornamelijk opviel, was dat we minder vaak naar buiten gingen dan we zouden willen. We laten ons tegenhouden door gebrek aan tijd, vervelende weersomstandigheden en andere redenen. Ook opvallend was dat jongeren vaak aangeven het ‘te druk’ te hebben om naar buiten te gaan. Studeren, carrière en het sociale leven staan ontspannen in de natuur in de weg – of dit valide argumenten zijn om binnen te blijven, valt natuurlijk te betwisten.
Naar buiten, waarom ook alweer?
Dat je vrolijker en minder gestresst wordt van buiten zijn, weten we inmiddels. Maar er zijn meer redenen waarom het goed is om naar buiten te gaan.
- Boost voor je immuunsysteem. Door meer tijd buiten (en in de kou) door te brengen bouw je niet alleen weerstand op voor kwalen als een loopneus en keelpijn, ook creëer je meer immuniteit voor andere virussen zoals die veel op de werkvloer, op school en op de kinderopvang circuleren.
- Een beter kortetermijngeheugen. Breng je tijd door in de (rust van de) natuur, dan verwerkt je brein minder prikkels, waardoor het gefocuster en dus geruster wordt, wat het kortetermijngeheugen ten goede komt.
- Gezonder oud worden. Dagelijks verblijven in de buitenlucht kan ouderen helpen langer fit en gezond te blijven.
- Harmonie en verbroedering. Tenten opzetten of samen genieten van de barbecue: dingen die je in de buitenlucht doet zijn vaak activiteiten waarbij je goed kunt bonden met vrienden en familie.
Kinderen horen buiten
Kinderen en buiten spelen, het lijkt zo’n vanzelfsprekende combinatie dat je schrikt als je je realiseert hoeveel kinderen voornamelijk binnen spelen of achter de tv, computer of tablet zitten. Recente berichten geven dan ook aan dat zelfs kinderen minder buiten lijken te komen. Twee jaar geleden kwam de NOS met de melding dat het aantal kinderen dat elke dag buiten speelt, in vijf jaar drastisch is gedaald, van 20 naar 14 procent. Dit kwam naar voren uit een onderzoek van Kantar Public in opdracht van Jantje Beton. Hieruit bleek ook dat 30 procent van de kinderen nooit of maar één keer in de week buiten speelde, tegenover 20 procent gemeten vijf jaar daarvoor.
Eeuwig zonde, want juist voor kinderen is het heel goed om veel buiten te zijn:
- Tijdens het buitenspelen leren kinderen communiceren met leeftijdgenootjes en het oplossen van onderlinge problemen.
- Buiten zijn zorgt voor minder stress en beter kunnen omgaan met prikkels: kinderen met veel fantasie en energie kunnen in een buitenomgeving hun energie veel beter kwijt dan binnenshuis.
- Actief buitenspelende kinderen presteren beter op het gebied van schrijven, rekenen, kritisch denken en luisteren.
- Beweging zorgt voor de gezonde ontwikkeling van spierkracht, behendigheid en lenigheid. Ook lijkt vaker buitenspelen en dus meer uitzicht op een weidse omgeving, goed voor de ogen en vermindert het (vroegtijdige) bijziendheid.
Dus zet ze in de zandbak, neem ze mee het bos in of laat ze in de speeltuin honderd keer van de glijbaan gaan. Laat ze van jongs af aan genieten van het buitenzijn en in plaats en creëer blakende, enthousiaste en sterke mini-avonturiers.
Meer-naar-buiten-tips (zonder verlies van kostbare tijd)
Wil je meer naar buiten maar je weet niet waar je de tijd vandaan moet halen? We bieden je een aantal tips.
- Spreek buiten af met vrienden. Natuurlijk kun je bij jullie vaste koffietentje meeten, maar waarom niet (eerst) een lekkere wandeling maken door het bos of over het strand? Je hebt meteen een heel ander soort gesprekken. En die kop koffie kan daarna natuurlijk nog!
- Integreer meer buiten-tijd in je werkdag. Tuurlijk, als je een kantoorbaan hebt is dit misschien lastig, maar er kan altijd meer dan je denkt. Een 1-op-1 gesprek met een collega? Zoek buiten een bankje op. Of loop in de lunchpauze samen een rondje door de buurt.
- Parkeer je auto een aantal straten verder dan je normaal zou doen.