
De coronaperiode door de ogen van een huisarts
Een nieuwe ziekte, een roodgloeiende telefoon en aanvullende taken: voor huisartsen brak vorig jaar een hectische periode aan. Hoe beleven zij hun werk in coronatijd? De IJsselmuidense huisarts Sjoerd Steendijk deelt zijn ervaringen.

Om meteen met de deur in huis te vallen: hoe zou je 2020 als huisarts omschrijven?
‘In één woord: uitdagend. 2020 heeft de huisartsenzorg op z’n kop gezet. In mijn praktijk stonden we telkens voor nieuwe uitdagingen om mensen met hun klachten en angsten te helpen. Het was een jaar van aanpassen en flexibel zijn. Steeds moesten er oplossingen voor nieuwe problemen worden bedacht. Logisch ook, want we hadden opeens te maken met een compleet nieuw ziektebeeld.’
Kun je voorbeelden geven van uitdagingen?
‘De eerste piek was een periode van onrust. Tijdens deze periode waren we als praktijk constant aan het verspringen qua werkzaamheden. Planbare zorg, zoals bloeddrukmetingen en controles voor mensen met suikerziekte, hebben we in de eerste piek zoveel mogelijk uitgesteld om verspreiding van het virus tegen te gaan. Ook hadden we aan het begin bijna geen spreekuur meer en verliep veel telefonisch of via huisbezoeken. Nou is een huisbezoek voor een huisarts niets nieuws, maar in 2020 gebeurde dat veel meer.’
‘Daarnaast stond de telefoon tijdens de eerste piek roodgloeiend met vragen over corona. Ik heb vrijwel geen andere vragen voorbij horen komen. Mensen durfden de huisarts niet meer te bellen, omdat ze dachten: die heeft het nu te druk. Klachten stapelden zich daardoor op en omdat patiënten hun belletjes bleven uitstellen, was er in de zomer een inhaalslag van reguliere zorgafspraken. Opeens kwam er één groot stuwmeer aan niet-coronagerelateerde klachten op ons af.’

Huisarts Sjoerd Steendijk
En toen kwam er nog een uitdaging bij: vaccineren
‘Klopt. Het vaccineren heeft voor huisartsen extra werk maar ook bijkomende vragen opgeleverd. Besluitvorming, registratie, communicatie, het oproepen: er komt meer bij kijken dan alleen een prik zetten. Gelukkig ben ik onderdeel van een groot team en zorgt onze hardwerkende praktijkmanager ervoor dat alles goed verloopt. Die heeft in verband met het vaccinatieproces de nodige extra uren gemaakt.‘
Dus ook veel administratieve rompslomp?
‘Ja, vooral het uitnodigen was een grote klus. We mochten mensen van 60 t/m 65 jaar uitnodigen. Die hebben we allemaal persoonlijk een brief gestuurd. We zijn op een middag met acht mensen bij elkaar gekomen om de uitnodigingen in enveloppen te stoppen. Daarna volgde de registratie: bij alle personen moesten we aangegeven wanneer ze gevaccineerd zijn en of ze akkoord gaan met gegevensverstrekking aan het RIVM. Een enorme hoeveelheid werk. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de besluitvorming en de communicatie naar buiten toe.’
‘Uiteindelijk heb ik er met mijn collega’s voor gekozen om iedereen binnen één dag te vaccineren, meer dan duizend mensen. Dat gebeurde allemaal in een kerk in IJsselmuiden waar genoeg ruimte was om afstand te nemen. Rondom het vaccineren vang je de onzekerheid die onder mensen speelt als arts goed op. Zo kreeg ik vaak telefoontjes met vragen, als er weer nieuws bekend was over de vaccins. Wat betekent dit nieuws voor mij? Is AstraZeneca wel verstandig in mijn situatie? Dat soort vragen.’
Wat zeg je daar meestal op?
‘Mijn visie op het vaccineren met AstraZeneca voor mensen boven de 60 is dat het veilig en effectief is. Ik zie het zo: een vaccinatie is een hele belangrijke sleutel om mensen te beschermen tegen corona en om uit deze crisis te komen. En dat mensen ondanks mediaberichten over het vaccineren naar mijn persoonlijke mening vragen, zie ik als een waardering voor het vak. Dat schetst voor mij de meerwaarde van huisartsen: we staan dicht bij de mensen.’
Zijn huisartsen ook aan het beeldbellen geslagen?
‘Zelf doe ik daar vooralsnog niet aan. Ik merk dat patiënten waarde hechten aan persoonlijk contact en het liefst fysiek langskomen in de praktijk of mij thuis willen ontvangen. Sommige willen liever telefoneren, maar zonder beeld. Hoewel ik zelf voorstander ben van meer digitaal, merk je wel dat emoties via beeldbellen lastig zijn. Ik snap het daarom wel. Of het beeldbellen ooit nog een ding wordt binnen de huisartsenzorg… Ik betwijfel het.’
Wat valt je op aan de klachten? Zijn die veranderd?
‘In de eerste piek werden veel ouderen ziek; in de tweede raakten vooral jongeren besmet. Opvallend was dat we tijdens de tweede piek ook veel ex-coronapatiënten (uit de eerste piek) zagen met langdurige klachten. Zij hadden last van vermoeidheid, eenzaamheid, angsten en andere psychische klachten. Deze klachten komen steeds vaker voorbij.’
‘Veel mensen hebben door het virus dierbaren verloren. De periode na de eerste golf kenmerkte zich daarom ook door verdriet. Stel, je echtgenoot overlijdt van de een op andere dag en je kunt niet bij de begrafenis zijn omdat je zelf ook COVID-19 hebt. Je kunt je niet voorstellen wat dat met een mens doet. Het is moeilijk om je verdriet een plek te geven wanneer je niet op een normale manier afscheid van iemand kunt nemen.’
Heeft deze hectische periode invloed op het werkplezier?
‘Mijn werkplezier is niet verminderd, maar bij de eerste piek stond ik in de overlevingsstand. Toen heb ik voor het BNNVARA-programma Frontberichten vlogs opgenomen. Als ik die video’s terugkijk denk ik: jeetje, dat was krankzinnig druk. Ik ging van nachtdienst naar nachtdienst en van doodzieke patiënt naar doodzieke patiënt. Die periode was intensief maar gaf me wel voldoening. Niet iedereen kon namelijk iets doen, maar ik wel. Ik als huisarts kon mijn handen uit de mouwen steken en mensen helpen.’
‘Ook nu, met het verlenen van post-coronazorg. Wat je bijvoorbeeld ziet is dat veel ex-coronapatiënten last hebben van langdurige klachten zoals moeheid. Vaak zijn het jonge mensen tussen de 30 en 50 jaar en die groep met langdurige klachten wordt steeds groter. Er is nog geen duidelijke verklaring of oplossing voor die vermoeidheid en als arts vind ik dat enorm frustrerend, want ik wil ze graag helpen. Het enige wat ik kan doen is luisteren en erkenning geven.’
‘Ook hebben we een post-coronazorgprogramma opgezet met een fysiotherapeut, psycholoog en diëtist, ter ondersteuning van ex-coronapatiënten. Die hulp is nodig om te herstellen en het geeft me energie om deze patiënten te kunnen begeleiden.’
Bron: Sjoerd Steendijk, huisarts.