De veelzijdigheid van veerkracht
Wat maakt dat mensen opstaan na verlies? Wat is er nodig om door te kunnen gaan? Lisanne van Sadelhoff schreef er een boek over: We zullen doorgaan. Ze sprak met wetenschappers en ervaringsdeskundigen en trekt een duidelijke conclusie: veerkracht is voor iedereen anders. Maar er zijn wel overeenkomsten. Dit moet je weten om zelf je veerkracht te vergroten.
Wat is veerkracht? “Dat vind ik nog steeds een moeilijke vraag,” geeft Lisanne toe. Ze is journalist en deed voor haar boek onderzoek naar veerkracht. Maar hoe meer mensen ze sprak, hoe gelaagder het begrip werd. “Een deel ervan zit in je natuur, maar je kunt ook leren veerkrachtiger te worden. Aan de ene kant maak dit ons kwetsbaar, omdat we het niet altijd in de hand hebben. Aan de andere kant kunnen we er dus ook zelf aan werken.”
Iedereen is anders
Lisanne is ervan overtuigd dat iedereen tegenslag aankan. En één ding weet ze zeker: veerkracht is niet alleen afhankelijk van je persoonlijkheid. Het wordt ook beïnvloed door je sociale omgeving, financiële middelen, waar je bent geboren, of je werk hebt, noem maar op. Lisanne: “Ik sprak een ecoloog die de mens vergelijkt met een plantje. In een oerwoud waar de weersomstandigheden elke dag hetzelfde zijn gaat het goed met dat plantje. Maar bij één storm valt het om. Het is tenslotte niks gewend. Plantjes in oerwouden met verschillende weersomstandigheden kennen donkere én lichte dagen. Die hebben zichzelf aangeleerd om uv-licht en water op te slaan voor later. Omdat zij moeilijkheden hebben gekend, kunnen ze moeilijkheden beter aan. Dat wil niet meteen zeggen dat als je niks meemaakt, je minder veerkrachtig bent. Want er is ook een andere kant van de medaille: als je al iets ergs hebt meegemaakt ben je tegelijkertijd kwetsbaarder.”
“Je bent altijd veerkrachtiger als je sport, gezond eet, fijne mensen om je heen verzamelt en een fijn thuis hebt. Dan kun je kleinere tegenslagen beter aan. Maar je weet pas écht wat voor jou werkt als je op de bodem van die put belandt. Dan dwingt het leven je om op zoek te gaan naar duwtjes in de goede richting.” Hoewel die voor iedereen anders zijn, ontdekte Lisanne ook overeenkomsten:
1. De motor blijft draaien
Lisanne: “Ik heb veel mensen geïnterviewd die heftige dingen hebben meegemaakt. Allemaal zeiden ze hetzelfde: in eerste instantie doet je lijf het. Je longen blijven lucht inademen, je hart blijft pompen, je benen blijven lopen en op een gegeven moment krijg je weer honger. Daarna gaan mensen vaak in de overlevingsstand. Ontkennen, struisvogelgedrag vertonen of heel erg boos zijn. Dat mag er allemaal zijn, het is menselijk. Pas veel later is er ruimte voor het zoeken naar je eigen veerkracht.”
2. We hebben elkaar nodig
Lisanne kwam er ook achter dat ons sociale netwerk een dijk van een veerkrachtsfactor is. “Vrienden en familie, maar onderschat ook collega’s en buren niet. En bijvoorbeeld docenten of trainers als het gaat om jongeren en kinderen. Onderzoekers weten nog niet precies waarom het sociale netwerk zo belangrijk is. De hypothese is dat de mensen om je heen zorgen voor afleiding, troost of warmte. Of ze houden je juist een spiegel voor, durven je die schop onder je kont te geven die je nodig hebt.”
3. Hoop biedt houvast
En dan is er nog hoop, een sterke veerkrachtfactor. “Een onderzoeker vertelde me: als je hoopvol in het leven staat, ben je over het algemeen veerkrachtiger. Het is minder zwaar om in een zwarte tunnel te staan wanneer je hoop hebt dat er licht is aan het einde. Hoopvol zijn kunnen we onszelf gelukkig deels aanleren. Met cognitieve gedragstherapie, maar ook door je te omringen met hoopvolle mensen. En bijvoorbeeld met een dankbaarheidsdagboek waarin je stilstaat bij kleine lichtpuntjes in het leven.”
4. Iets doen met je verdriet
Hoopvol of niet, er kan een moment komen dat je toch omvalt. En dan? Lisanne ziet verschillende manieren om er weer bovenop te komen: “Je mag – of moet – eerbied hebben voor je verdriet, dat zeker. Tegelijkertijd is het ook een kwestie van uitzoeken wat jou die duwtjes in de goede richting geeft. Contact opnemen met lotgenoten, een stichting oprichten of vrijwilligerswerk doen zijn dingen die ik veel hoorde. In de psychologie heet dit cognitieve herwaardering: betekenis toekennen aan je ellende. Expressie is ook belangrijk. Er zijn heel veel manieren om je verdriet te uiten. Voor mij is dat schrijven. Maar ik ken ook iemand die, na heftig seksueel misbruik, dansvoorstellingen over dit thema maakt. Weer anderen leven zich uit in de sportschool, gaan wandelen in de natuur of vinden houvast in religie of spiritualiteit. En soms is het iets kleins als je mooi aankleden en make-up opdoen, ook al huil je dat er drie uur later weer af. Dan ben je toch een klein beetje uit dat verdriet gestapt.”