
Leefstijlbeïnvloeding medewerkers: betutteling of steuntje in de rug?
Een wandeling maken in de pauze, mindfulness-oefeningen tegen stress, gezonder eten, stoppen met roken: steeds vaker geven werkgevers hun medewerkers adviezen om gezonder te leven. De gedachte hierachter is dat een gezonde leefstijl van medewerkers verzuim en ongevallen terugdringt en hun productiviteit en duurzame inzetbaarheid stijgt. Hierdoor mengen werkgevers zich in het privéleven van hun medewerkers. Is dit betutteling of juist een welkom duwtje in de rug waardoor medewerkers beter voor zichzelf gaan zorgen?

Positieve beïnvloeding vitaliteit
Vitaliteit op het werk betekent voor veel medewerkers het hebben van energie, goede werkomstandigheden en plezier in het werk. Uit een onderzoek door Intomart blijkt dat 75% van de medewerkers positief staat tegenover beïnvloeding van deze vitaliteit op de werkvloer door de werkgever. Goede werkplekken, flexibele werktijden, het organiseren van bedrijfsuitjes, een fietsenplan, gezonde maaltijden in de bedrijfskantine, een inpandige fitnessruimte of sportschoolabonnement worden toegejuicht. Natuurlijk zijn medewerkers in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid. De keuzevrijheid om van extra faciliteiten gebruik te maken, verhoogt daarom alleen maar het werkplezier. Van betutteling door de baas is geen sprake.
Aanpak overgewicht en roken
Gevoeliger ligt de beïnvloeding van de leefstijl van medewerkers als het overgewicht en roken betreft, terwijl de cijfers alarmerend zijn. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft 51,1% van de Nederlandse bevolking van 20 jaar en overgewicht (2018). 15,4% hiervan heeft obesitas (Body Mass Index van 30 of meer). Daarnaast rookt 22% van de bevolking van 16 jaar en ouder; waarvan 3,2% een zware roker (20 sigaretten per dag of meer) is. De groep mensen met obesitas is 1,8 keer zo vaak ziek als mensen met een normaal gewicht en zware rokers zijn 1,5 keer zo vaak ziek als niet- of ex-rokers.
Toch kan een werkgever een medewerker niet zomaar opleggen af te vallen of te stoppen met roken. Gezondheidsprogramma’s moeten volgens de Sociaal Economische Raad (SER) gebaseerd zijn op vrijwilligheid. Sporten of stoppen met roken opleggen in privétijd is bemoeienis. Volgens de SER kan een werkgever een medewerker wel op zijn of haar ongezonde gedrag aanspreken als deze een goede uitvoering van het werk in de weg staat.
Keuzevrijheid
De motivatie van medewerkers om wel of niet gebruik te maken van de middelen die de werkgever aanreikt, moet dus uit henzelf komen. Een ongelijke machtspositie of angst om buitengesloten te worden mag nooit een leidraad zijn. Goede contractafspraken over welke conditie van medewerkers (in bepaalde functies) verwacht wordt bieden daarom uitkomst. Bovendien is de werksfeer, inclusief de heersende bedrijfscultuur, een aandachtspunt. Een cursus ‘Mindfulness’ om stress te bestrijden heeft weinig zin als aan de andere kant de werkdruk voortdurend (te) hoog is en overwerken normaal is. Via arbobeleid, gezondheidsbeleid, verzuimbeleid en werksfeerbeleid doen ondernemingen hun best een gezonde werkplek te creëren, maar soms houdt de invloed van werkgevers op. Leefstijl hangt ten slotte mede af van persoonsgebonden factoren en omgevingsfactoren in de privésfeer van medewerkers. Een moeilijke thuissituatie kan de inzet en/of veerkracht van een mens belemmeren.
Tips en adviezen voor leefstijlbeïnvloeding
Er zijn meerdere manieren om een gezonde leefstijl bij medewerkers te stimuleren. Een aantal instrumenten die werkgevers hiervoor inzetten:
- Geboden en verboden, financiële beloningen (bijvoorbeeld beloning voor gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer) en belastingen, informatie en educatie (denk aan voorlichting over drank- en drugs), nudges (bijvoorbeeld groene voetstappen op de vloer die aansporen de trap te gebruiken; er moet echter altijd een alternatief geboden worden) en gezondheidsapps (als slaap- en voedingshulpmiddel). Let bij apps op de privacygevoeligheid van de verzamelde data: de medewerker bepaalt met wie zijn of haar data gedeeld wordt.
- BRAVO-leefstijlprogramma’s: hiermee worden medewerkers bewust gemaakt van hun leefstijl. BRAVO is een afkorting van de thema’s Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning. Binnen deze BRAVO-programma’s valt bijvoorbeeld een anti-rookcursus, die de medewerker helpt zijn rookverslaving te verslaan.
- Preventief Medisch Onderzoek (PMO): met een PMO geven werkgevers medewerkers inzicht in hun fysieke en mentale gezondheid in combinatie met werk en leefstijl. Werkgevers zijn tegenwoordig wettelijk verplicht deze PMO op vrijwillige basis aan te bieden.
Bij ArboNed kunnen werkgevers meer informatie vinden over BRAVO en PMO. Kijk op Loketgezondleven.nl van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu voor interventies voor een gezonde leefstijl.
Inspraak medewerkers op leefstijlbeïnvloeding
Voor een goede wisselwerking tussen werkgever en medewerker is goede communicatie nodig. De werkgever kan medewerkers verschillende kanalen bieden om inspraak te hebben en hun kritiek, onvrede en ideeën te uiten:
- Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO), waarin medewerkers aangeven hoe tevreden ze zijn over het management en de werkomstandigheden.
- Via een personeelsvertegenwoordiging (PVT) of ondernemingsraad (OR).
- Via een anonieme (online) brievenbus voor klachten en ideeën.
- Via een vertrouwenspersoon en/of bedrijfsarts, waar een medewerker problemen ten aanzien van zijn leefstijl en gezondheid, vanwege beroepsgeheim, veilig en zonder angst kan bespreken.
Helder beleid
Zoals eerder genoemd sturen werkgevers via arbobeleid, gezondheidsbeleid, verzuimbeleid en werksfeerbeleid bewust en onbewust de leefstijl en gezondheid van medewerkers in een bepaalde richting. Hierbij hebben werkgevers de verantwoordelijkheid de bedoelde en onbedoelde effecten van hun beleid redelijkerwijs te voorspellen. (Onbedoeld) machtsmisbruik moet altijd vermeden worden. Zo verandert leefstijlbeïnvloeding niet in een nare bemoeienis door de baas, maar creëert het een fijne en gezonde werksfeer voor medewerkers.