Fysiotherapie en oefentherapie
Bent u fysiotherapeut of oefentherapeut?
Op deze pagina vindt u alle informatie die u nodig heeft, zoals het vragen van toestemming en het indienen van declaraties.
Declareren
Paramedische zorg kunt u rechtstreeks bij ons declareren. Dit doet u via VECOZO.
Vergoedingen
Wilt u weten of de door u gegeven behandeling wordt vergoed? In onze algemene regels en vergoedingen vindt u de voorwaarden die gelden voor onze basisverzekering en aanvullende zorgverzekeringen.
Wijzigingen voor 2025
Bent u alleen op zoek naar de wijzigingen voor 2025? Deze vindt u in het wijzigingsoverzicht 2025.
Generieke Declaratie Standaard (GDS)
Vanaf 1 januari 2025 wordt de Generieke Declaratie Standaard (GDS) voor paramedie in gebruik genomen. Declaraties verlopen dan niet meer via de oude prestatiecode lijst 012 maar worden via losse lijsten per zorgsoort (073 t/m 081) ingediend. Voor de handleiding zie Standaarden GDS801 van Vektis.
Voor vragen mbt declareren kunt u beste contact opnemen met uw softwareleverancier.
Diagnosecode
Voor het bepalen van de diagnosecode verwijzen wij u naar het diagnosecoderingssysteem paramedische hulp (DCSPH). Op de website van Vektis kunt u de meest actuele versie van deze lijst downloaden.
Aanspraakcode paramedische hulp (voorheen CSI codes)
Voor het bepalen van de juiste aanspraakcode paramedische hulp vindt u op de website van Vektis de meest actuele versie van deze lijst.
Lange zitting
Verzekerde met de volgende indicaties komen in aanmerking voor een lange zitting:
- Meervoudige handicap (lichamelijk en geestelijk)
- Cerebro Vasculair Accident (hemiplegie/diplegie en tetraplegie, eerste jaar aansluitend aan het accident)
- Dwarslaesie
- Centrale ruggenmergaandoeningen (bijvoorbeeld MS, ALS, poliomyelitis)
- Spierdystrofie (vanaf 18 jaar)
- Spina bifida (vanaf 18 jaar)
- Cystische fibrose
- Ziekte van Parkinson (vanaf 5 jaar na diagnosestelling)
Valpreventie
Vanaf 2024 vergoedt de basisverzekering valpreventie. Deze vergoeding geldt alleen voor erkende valpreventie beweeginterventies als sprake is van een hoog valrisico én van onderliggend lijden (somatisch of psychisch).
De zorg bij valpreventie bestaat uit 3 onderdelen:
- Valrisicotest (screening)
- Valanalyse/valrisicobeoordeling
- Valpreventieve beweeginterventie
Vanaf stap 3 kan een fysiotherapeut of oefentherapeut de zorg declareren. Voor stap 2 geldt dat de valanalyse/valrisicobeoordeling alleen door de huisarts gedeclareerd kan worden, de fysiotherapeut/ oefentherapeut mag wel een deel uitvoeren in ondernemerschap, echter moet de fysiotherapeut of oefentherapeut deze zorg declareren bij de huisarts.
Stap 3 bestaat uit 2 delen:
Voorafgaand aan een valpreventieve beweeginterventie bij de fysiotherapeut of oefentherapeut vindt een intake plaats. Deze prestatie mag eenmalig gedeclareerd worden.
Vervolgens kan de valpreventieve beweeginterventie per maand in rekening worden gebracht zolang de patiënt deelneemt aan de beweeginterventie. Afhankelijk van de beweeginterventie mag deze maximaal 12x gedeclareerd worden bij Otago individueel, maximaal 3x gedeclareerd worden bij Otago groep en maximaal 3x gedeclareerd worden bij InBalans.
Bij het declareren van de valpreventie beweeginterventie dient u geen aanspraakcode paramedische hulp of diagnosecode mee te sturen.
Fysio- en oefentherapie uit de basisverzekering
-
In de lijst chronische fysio- en oefentherapie vindt u de aandoeningen welke recht geven op een behandeling ten laste van de basisverzekering.
Vanaf de 21e behandeling vergoeden wij een chronische indicatie uit de basisverzekering. Voor de 1e t/m 20e behandeling vallen de behandelingen mogelijk onder de aanvullende verzekering. U kunt deze declaraties altijd bij ons indienen, wij nemen het debiteurenrisico van u over.
-
Bij artrose in de heup of knie vergoedt de basisverzekering gesuperviseerde oefentherapie vanaf de 1e behandeling. De basisverzekering vergoedt maximaal 12 behandelingen, over een periode van 12 maanden. U moet deze behandelingen eerst met aanspraakcode paramedische hulp 012 en diagnosecode 6223 (heup) of 7023 (knie) declareren voordat u kunt overgaan naar aanspraakcode paramedische hulp 009. Dit geldt niet voor pre-operatieve fysiotherapie voorafgaande aan een nieuwe heup- of knieprothese.
-
Gesuperviseerde oefentherapie bij COPD (vanaf GOLD klasse II) wordt vanaf de 1e behandeling vergoed vanuit de basisverzekering. De diagnosecode voor COPD is 2554 en sinds 2024 dient u deze te declareren in combinatie met aanspraakcode paramedische hulp 022.
-
De basisverzekering vergoedt de eerste 9 behandelingen, mits uitgevoerd door een geregistreerde bekkenfysiotherapeut. Deze behandelingen kunt u declareren met diagnosecode voor 6486 en aanspraakcode paramedische hulp 010.
-
Bij etalagebenen vergoedt de basisverzekering oefentherapie onder begeleiding, vanaf de 1e behandeling. De basisverzekering vergoedt maximaal 37 behandelingen, over een periode van maximaal 12 maanden. Mocht er na 12 maanden een vervolgtraject nodig zijn, dan moet u hiervoor toestemming vragen via het contactformulier. Deze behandelingen kunt u declareren met diagnosecode 9248 en aanspraakcode paramedische hulp 011.
-
Vanaf 2024 wordt reumatoïde artritis met ernstige functionele beperkingen vergoed door de basisverzekering vanaf de 1e behandeling. Deze behandelingen kunt u declareren met diagnosecode 9390 en aanspraakcode paramedische hulp 022.
-
Voor axiale spondyloartritis vergoedt de basisverzekering soms fysiotherapie of oefentherapie. De voorwaarden vindt u op de pagina Voorwaardelijk toegelaten zorg.
Deze zorg kunt u na de intake enkel declareren met de aangewezen prestatiecodes 10041 of 10042. Hierbij gebruikt u voor de eerste 20 behandelingen aanspraakcode paramedische hulp 008 vanuit de aanvullende verzekering of voor eigen rekening van verzekerde en vanaf de 21ste behandeling aanspraakcode paramedische hulp 001 voor het vervolg uit de basisverzekering.
Goed om te weten
-
Onze verzekeringen kennen een ruime vergoeding voor fysiotherapie en oefentherapie. Net als voor andere zorgsoorten geldt dat deze zorg medisch noodzakelijk moet zijn. En dat deze moet voldoen aan de richtlijnen van de beroepsgroep. We hebben altijd de mogelijkheid om te controleren of de geleverde zorg daadwerkelijk geleverd is en of deze medisch gezien ook nodig was.
-
Voor toegang tot een fysiotherapeut of oefentherapeut is geen verwijzing nodig. Wel kan worden gevraagd om een medische diagnose of indicatie gesteld door een arts. Deze medische indicatie kan ook blijken uit andere correspondentie van een arts.
-
Zorgverzekeraars zijn verplicht om de rechtmatigheid (formele controle) en doelmatigheid (materiele controle) van de ingediende declaraties te onderzoeken. Lees meer over controles op pagina Controle protocol.